Bezienswaardigheden

Het kapelletje “Affhüppenkapelle” werd 1856 in de buurt “Vohren” in neogotische stijl gebouwd en is daarom buiten de stad te vinden. De architect was de bouwmeester uit het diocees Münster, Emil von Manger. Hij equipeerde het kapelletje met rode brikken en stenen uit zand op een sokkel uit baksteen. Het kerkje is aan Johannes de Doper gewijd. Zijn oorsprong gaat terug in de veertiende-eeuws.Tegenwoordig wordt het kerkje gebruikt om sacrale objecten op te bergen. Om deze reden is alleen een bezichtiging van buiten mogelijk. 

De toren “Bentheimer Turm” in Warendorf is een laatst relict van de oude stadsbevestiging, die om 1300 werd aangelegd. Oorspronkelijk waren er vijf toren te vinden, maar de “Bentheimer Turm” is de enige die er tot op de dag van vandaag nog bestaat. De grote ronde verdedigingstoren diende de burgerwacht ter zelfverdediging. Zoals de hele aanleg moest de toren van de burgers van de stad verzorgd en permanent gerepareerd worden. Aan de voet van de toren ligt het oude Joodse kerkhof met zijn opvallende grafstenen. Het is alleen maar mogelijk hem van buiten te bekijken. Omdat de graven van Bentheim-Tecklenburg in dit gebied oorspronkelijk hebben gewoond, heeft de toren vermoedelijk aan hen zijn naam te danken. Ze hadden de taak om de toren te verdedigen.

De burgerwoning dateert uit 1548/49 en wordt vooral vanwege zijn  dubbel haardplaatsen uit zicht van stedenbouwkundige als opmerkelijk beschouwd. Het forse gebouw betekent als enige burgerwoning in een groep van ambachtelijke huizen hét middelpunt van de best bewaarde vakwerkhuizen in Freckenhorst. Bovendien markeert het het startpunt van een oude historische uitvalsweg, de “straat naar Münster”. In de jaren negentig werd het huis gerestaureerd en als ontmoetingscentrum voor de burgers opgeknapt.

De protestantse parochiekerk dateert uit de jaren 1898/99 en is een neogotische constructie met een zogenaamd schipgewelf van hout. De voormaals kleine protestantse gemeente aan de rand van de stad is inmiddels gegroeid zodat de kerk nu in het stedelijke gebied ligt. Het leven in de diaspora is tegenwoordig gekenmerkt door een groot  engagement voor de oecumene.

De Duitse Ruitersvereniging, afgekort FN (Fédération Equestre Nationale) is de koepelorganisatie voor de paardensport en de paardenfokkerij in Duitsland. Verantwoordelijk voor de bevordering van de topsport is het Duitse Olympisch comité voor ruiterij (DOKR), dat is aangesloten aan de FN, samen FN en DOKR met het  Federale Basis Warendorf.

Tot het decentrale stadsmuseum te Warendorf horen in totaal vijf museumobjecten binnen het historische centrum. Naast het historische stadhuis geven volgende oude gebouwen  een authentiek beeld van het wonen en werken in de stad: het “Gadem”, Zuckertimpen 4, de burgerwoning uit het classicisme, Klosterstr. 7, de villa van een fabrikant “Haus Bispinck” in de Münsterstraße als ook het huis van een poort-boekhouder aan de Osttor.Deze objecten kunnen worden bezichtigd zondags en vrijdags tussen 15.00 en 17.00 uur, behalve met kerst, op nieuwjaarsdag en tijdens het traditioneel stadsfeest Mariä Himmelfahrt in augustus.

In 1974 worden maatregelen voor de veiligheid tegen het hoogwater getroffen en met de afbouw van het meer Emssee afgesloten. Een deel van de landouw van de Ems naast de verbouwde stroom van de Ems werd tot een meer uitgebouwd en ligt in een ruim park. Op de plek waar vroeger woeste grond, weiden en de weleer in Europa bekende bleekvelden van Warendorf te vinden waren, bevindt zich heden het meer met een lengte van ca. 1,4 km. Het meer Emssee sluit op de “Lohwall” ook de oude riviertak van de Ems in. Het park is uitgegroeid tot een populair recreatiegebied van de inwoners van Warendorf.

Voor het eerst kwamen in 1628 franciscanen naar Warendorf om het katholieke geloof te versterken. Nadat ze aanvankelijk in de buurt van de Münstertor waren ondergebracht, leegde in 1652 de prins-bisschop Christoph Bernhard von Galen de eerste steen voor een kerk. Met de steun van de prins-bisschop Ferdinand von Fürstenberg werd enige jaren later de bouw van het klooster verwerkelijkt. Leuk om te zien is vooral het barokke portaal van het klooster. Hoewel de monniken Warendorf in 2008 hebben verlaten wordt de kerk van het klooster nog steeds gebruikt.

Het barokke bouwwerk ontstond in 1740 en werd van de architect van hof, Franz Christoph von Nagel uit Paderborn ontworpen. Het kasteel was bedoeld voor de abdis Clara Franziska von Westerholt-Lembeck en bevindt zich dichtbij de stiftskerk (Stiftskirche) te Freckenhorst. Het gebouw, dat nog in goede staat verkeert, wordt nog steeds van de familie von Westerholt bewoond en is daarom allen van buiten te bekijken. In de zomermaanden zijn er soms concerten in het park van het kasteel.

Het museum “Heinrich Friederichs” in de Oststraße is in veel opzichten een monument. In de beschermde ruimtes, waar de beeldhouwer is geboren en opgegroeid, zijn nu de werken uit zijn korte leven te beschouwen. Ofschoon Heinrich Friederichs al op 32-jarige leeftijd in Letland is overleden, heeft zijn familie op liefdevolle manier zijn omvangrijk oeuvre samengesteld.Ook zijn hier de brieven te lezen, die Friederichs tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit het front aan zijn familie heeft gestuurd. Deze geschriften, samen met zijn werken, tonen op aangrijpende wijze zijn gevoelens in deze afschuwelijke tijd. Toegangsprijs vanaf € 2,50, het museum is geopend op woensdag en zondags van 15:00 t/m 18:00 uur, adres: Oststraße 47.

Zoals ook andere “Gademe” in de stad werden toen deze bezienswaardige vakwerkhuizen van wever – families bewoond. Het huis in de “Hohe Straße 24” is eenvoudig en bijna zonder krulletjes. Het is bekend als het geboortehuis van de schrijver Paul Schallück.

De Hooimarkt is de voormalige overslagplaats voor hooi in Warendorf en was bovendien één van de speciale markten in de stad (zie ook “Krickmarkt” en “Schweinemarkt”). Leuk om te zien is de fontein “Gute-Montag-Brunnen” van de kunstenaar Bonifatius Stirnberg. Vooral de kinderen houden van de draaibare spelfiguurtjes die een verhaal vertegenwoordigen. Bakkersgezellen wasten voor een feest de sla in de fontein en dreven hun spot.

Voor veel bezoekers is Warendorf vooral vanwege de paarden aantrekkelijk en ze zijn verbaasd als ze een historisch gegroeide en goed in stand gehouden stadscentrum tegenkomen. In dit mengelmoes van gebouwen en plekken uit verschillende eeuwen en de méér dan 600 beschermde objecten zijn waarlijk kleinodiën te vinden. Tijdens een stadswandeling zijn dus enige verrassingen te ontdekken en “Drachen”- en “Katzenköppe” (schorpioenvissen en kattenkoppen) zullen uw weg begeleiden.

Het gesloten ensemble van historisch huis-façadetjes hoort tot de top van de bezienswaardigheden van Warendorf, ondanks of juist omdat hier bouwwerken uit zes verschillende eeuwen te vinden zijn. Naast het historische stadhuis zijn er huizen met trappen en blind gevels te zien. Bonte “Drachenköppe” (schorpioenvissen) en een hert vol pracht en praal op een voorgevel weerspiegelen de rijkdom van de oude Westfaalse Hanzestad Warendorf. De mooie gevels en de bonte “Drachenköppe” in het bijzonder zorgen voor een unieke sfeer op het historische marktplein.

Het gotische stadhuis van 1404 werd pas in 1970 met een neogotisch saillant voorzien. Het gebouw, dat kort na een brand in de stad in 1404 werd opgericht en een paar keer werd verbouwd, wordt tegenwoordig gebruikt als vergaderingszaal van de gemeenteraad, als kantoorruimte van het bureau voor toerisme en als bureau van de burgerlijke stand. Het historische stadhuis is te bezichtigen tijdens de openingstijden van de exposities.

Het imposante gebouw uit baksteen werd aan het einde van de 19e eeuw opgericht. Later maakte de school “Gymnasium Laurentianum” gebruik van het gebouw. Het Koninklijk – Pruisische seminarium van de onderwijzers werd bekend als toneel van de roman “Engelbert Reinecke” geschreven door Paul Schallück. Tegenwoordig zijn hier de volkshogeschool en sommige ressorts van het stadsbestuur te vinden.

De kloosterkerk en kerk voor de bedevaart “Mariä Geburt” is geïntegreerd in het voormalige klooster van de cisterciënzer, dat in 1250 werd opgericht. Het oude kloostergebouw werd verbouwd en nu als vergaderlocatie en evenementenlocatie gebruikt. De moeite waard om te zien is ook de historische molen van het klooster met een mooie vijver, heel dichtbij gelegen.

De “Krickmarkt” is de voormalige paardenmarkt van de stad. Een “Krick” is een minder charmante term voor een bejaard paard. Bovendien waren de Varkensmarkt en de Hooimarkt speciale markten in Warendorf.

De fontein uit brons werd in 1983 door een dankbare burger uit Warendorf gesticht en voegt zich decent in het “Gesamtkunstwerk marktplein” in. De fontein werd gebouwd van de kunstenaar Bernhard Kleinhans uit Sendenhorst en toont scènes uit het leven van de Maagd Maria. Tijdens de zomer is de fontein rijk versierd met bloemetjes en vooral kinderen verheugen zich over het klaterende water.

De voormalige kloostermolen is heerlijk gelegen aan een pittoreske vijver. Een mooi buitencafé nodigt u uit om lekker een pauze te nemen. De horeca wordt graag opgezocht door fietsers.

Het “Mühlenhof” is gelegen aan het voormalige ambtsbeheer van de prins-bisschoppen en werd later de vestiging van de molenaar. Tot het hof hoort de molen aan de Ems, die tot op de dag van vandaag nog zichtbaar is. Het “Mühlenhof” is alleen maar van buitenaf te bezichtigen.

Het “Münstertor” is een cadeau van de Koning Friedrich Wilhelm III van Pruisen. Het gebouw wordt gesierd door historische tolhuizen en barokpoorten van de cisterciënzer abdij Marienfeld.

De Noordrijn-Westfaalse Landstoeterij werd in 1826 opgebouwd door de Koning van Pruisen, Friedrich Wilhelm III. Tegenwoordig is de stoeterij in het bezit van de deelstaat Noordrijn-Westfalen en wordt voornamelijk gebruikt voor de fokkerij van op prestatie geteste hengsten. Jaarlijkse attracties zijn de parades van de hengsten eind september en in het begin van oktober.

Ten midden van de deelgemeente Milte is de parochiekerk St. Johannes de Doper te vinden. Deze beschikt over een eenschepige hallenkerk met een laatgotische trapgevel. Heel interessant om te zien is de opmerkelijke inrichting van de kerk, gehouden in een Pruisisch-classicistische stijl, als ook het kruis van Wilhelm Achtermann, een voorstander van de Nazarenische Kunst. De eerste kerk of het eerste kapelletje zou waarschijnlijk al in het begin van de 13e eeuw in Milte hebben gestaan.

De parochiekerk St. Lambertus vormt het centrum van de gemeente Hoetmar. In een laatgotische stijl werd het godshuis in de 16e eeuw opgericht op de grondmuren van het hoofdgebouw van de graaf van Westfalen. Het oudste deelstuk is al afkomstig uit de vroege 13e eeuw. De moeite waard om te zien is het ca. 450 jaar oude stenen altaar.

De imposante toren van de kerk St. Laurentius is al uit de verte te bewonderen. Een kenmerk van deze Westfaalse hallenkerk, die tussen 1404 en 1471 is ontstaan, is de geweldige bouw aan de westelijke kant. Deze is afkomstig uit het Wilhelminische tijdperk en toont een neogotische stijl. De parochiekerk is voorzien van beduidende kunstvoorwerpen.

De parochiekerk St. Marien is een opvolging van de Marienkirche, die in 1911/12 werd gebouwd. Leuk om te zien is de pietà uit de vroege 15e eeuw. Naast de kerk staat tot op de dag van vandaag nog de middeleeuwse klokkentoren van de voorafgaande bouw.

De parochiekerk St. Bartholomäus vormt het middelpunt van de gemeente Einen. Het kerkje werd vroeger afgezonderd van de parochiekerk St. Laurentius te Warendorf. De kronieken noemen voor het eerst in 1216 een pastoor in Einen. Het tegenwoordige gebouw is in zijn kern nog afkomstig uit de tijd waar de kerk werd opgericht. In de 16e eeuw vond een verbouwing plaats. In het bijzonder is een stenen altaarstuk met veel figuurtjes en scènes uit het lijdensverhaal van Christi (om 1500) de moeite waard.

De Varkensmarkt is een plein met een bijzondere architectonische charme en tegelijk één van de drie speciale markten in de stad (zie ook “Hooimarkt” en “Krickmarkt”). Vroeger werden hier varkens, vlees en worst aangeboden. Ter herinnering staat er nog een kleine stèle uit graniet. Leuk om te zien zijn de grote pomp en het hoekhuis van de Petersiliengasse vanwege zijn originele vorm. Verder bekend staat de Varkensmarkt in verband met de vestiging van het radiostation “Radio WAF”. De studio bevindt zich in een zeer aantrekkelijk gevelhuis. Vooral in de zomer nodigt de Varkensmarkt uit om even lekker uit te rusten ten midden van het historische centrum van Warendorf.

De sportschool van de Duitse Defensie is het centrale onderwijscentrum voor de sport in het Duitse leger. Tot de taken van de instelling horen de opleiding en bijscholing van leidsters en leiders van sport als ook de training van dienstplichtige top – sportsters en sporters. De kazerne bestaat deels uit oude vakwerkhuizen.

De garage van de wagenmaker in de deelgemeente Hoetmar werd twee generaties lang tot ca. 1955 uitgeoefend. In het tijdperk tot 1945 werd de opslagruimte benut om de hoeven van paarden te beslaan en daarmee als smederij gebruikt. De inrichting van de garage laat tot op heden machines en een hekwerk zien. Bovendien is de aandrijftechnologie door transmissie – wielen, gedreven door een elektromotor en afkomstig uit de tijd rond 1930, getuige van een werkplek dat met hout te maken had. Het is een bijzonderheid dat de garage van de wagenmaker tot heden bijna volledig goed in stand is gehouden. Een bezichtiging is alleen op aanvraag mogelijk.

De Kapittelkerk St. Bonifatius wordt van de ingezetenen ook “de dom van de boeren” genoemd. Het kerkgebouw met zijn vijf toren uit de late 11e eeuw wordt als één van de belangrijke sacrale bouwwerken in Westfalen beschouwd. Het doopbekken is het best in stand gehouden doopbekken in Duitsland. Het opschrift op de grafsteen van Geva is het oudste en het meest bekend getuigenis van de Nederduitse taal. Leuk om te zien zijn verder de stiftskamer in het Petri-Kapelletje, waarin liturgische objecten, boeken, unieke manuscripten, opmerkelijke relieken, klerikale gewaden en het befaamde “Freckenhorster Hungertuch” van 1628 te vinden zijn.

Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het Duitse Olympisch comité voor ruiterij (DOKR) beschikt nu ook de “stad van het paard” over een “Walk of Fame”. Vanaf de Emsstraße in richting van de Emsbrücke is ieder olympisch kampioen en winnaar van een gouden medaille in verband met de ruitersport vereeuwigd. Op de grijzen platen uit graniet zijn gegriffeld inlichtingen te vinden met betrekking tot het jaar van de Olympische Spelen, de plek als ook de naam van de ruiter en zijn paard. De olympische discipline zoals springen, dressuur, eventing of para-equestriaan worden op dezelfde platen in vorm van pictogrammen geschetst. De eerste plaat laat de naam van de ereburger van Warendorf, Hans Günter Winkler zien, wie in 1956 met zijn merrie Halla tot een legende werd. Het plaatje ligt voor het huis in de Emsstaße 10 (horeca Darup) ten midden van het historische centrum van Warendorf. Tot nu toe werden in totaal 15 platen verlegd. Deze zijn allemaal in noordelijke richting te vinden. Een informatiefolder is verkrijgbaar bij het bureau voor toerisme, Emsstraße 4.

Het kapelletje te Buddenbaum is een eenvoudig gebouw uit baksteen. Het wapen toont het jaartal 1735. Al vóór 1550 werd een Marienkapelletje van het stift te Freckenhorst in de buurt van Hoertmar namens Buddenbaum betuigd. Het vesperbeeld, afkomstig uit de tijd rond 1440, laat zelfs een vroegere vestiging van een kapelletje op deze plek vermoeden. Het beeld hoort tot een grote groep van sculpturen uit steen en is ontstaan in de eerste helft van de 15e eeuw. Het werd gecreëerd op een Westfaalse beeldhouwer werkplaats en is van Baumberger zandsteen.